Verzamelaar en oprichter
Een gesprek met Ben Dronkers
Waarom ben je een museum over cannabis begonnen?
“Cannabis en Amsterdam (en Nederland) zijn onlosmakelijk aan elkaar verboden. In het verleden vooral door de hennep, die werd gebruikt als grondstof in de scheepvaart, voor zeilen en touwen bijvoorbeeld. Dankzij dit plantje – dat hier werd geïmporteerd uit Rusland maar ook door boeren in Zuid-Holland in zogenaamde Kenneptuynen werd ontwikkeld – zeilde ons kleine landje in de Gouden Eeuw de wereld over. Nederland was in de zeventiende eeuw de meest welvarende natie wereldwijd. Dat is toch ongelofelijk, maar de rol die hennep daarvoor speelde wordt niet vermeld in de meeste geschiedenisboeken!”
Bekender zijn de Amsterdamse coffeeshops?
“Inderdaad. Nederland heeft tegenwoordig natuurlijk een internationale reputatie op het gebied van het recreatieve gebruik van cannabis en hash. Zelf ben ik direct betrokken geweest bij het ontstaan van het Nederlandse gedoogbeleid door voortdurend beleidsmakers te prikkelen en door creatief ondernemerschap de absurditeit van een verbod op softdrugs in de praktijk aan te tonen. Hoewel er al lang geen sprake meer is van een voortrekkersrol op het gebied van de omgang met marihuana, was Nederland ooit een gidsland. Ik ben er tegenwoordig best trots op dat we de voormalig premier van Nederland, Dries van Agt, die het gedoogbeleid in Nederland heeft ingevoerd in de jaren zeventig, jaarlijks mogen ontvangen bij de uitreiking van de Cannabis Culture Awards. Dat is een prijs die het museum overhandigt aan individuen en organisaties, die zich hebben ingespannen voor de acceptatie van cannabis in al haar vormen. Mensen als Jack Herer, Richard Branson en Frits Bolkestein, Ed Rosenthal en Henk de Vries hebben hem al in ontvangst genomen.”
Je klinkt gedreven.
“Er is geen plant die zo veelzijdig is, zo’n prachtige geschiedenis heeft en zoveel potentie voor de toekomst. Ik hou me al mijn hele leven bezig met cannabis, en de plant blijft me verbazen. Er zijn veel misverstanden en er worden misleidende en onjuiste verhalen en ook botte leugens verspreid door de media. Verschrikkelijke propaganda tegen een plant! Aan de hand van allerlei unieke voorwerpen in onze collectie kan iedereen er zelf een mening over vormen.”
Wat vind je het meest bijzondere voorwerp uit je collectie?
“Er is zo veel. Veel dingen hebben een persoonlijke betekenis voor me, zoals al die boeken die door de auteurs zijn gesigneerd, van beroemde auteurs als Jack Herer, Ed Rosenthal, Robert Clarke etcetera. Tijdens al mijn reizen over de hele wereld, op zoek naar de mooiste cannabiszaden, heb ik allerlei pijpen gekocht. De grootste en mooiste is een gigantische en loodzware pijp uit West-Afrika. Hij is in Barcelona te zien en functioneert nog prima, weet ik uit eerste hand (lacht). Maar mijn alltime favoriet is wel het schilderij uit 1660 van de zeventiende-eeuwse schilder David Teniers de Jonge, een tijdgenoot van Rembrandt. Het is te zien in Barcelona. Je ziet er mensen rondom een tafeltje gezamenlijk cannabis roken, een gewoonte die in Nederland vrij veel voor kwam in die periode. Het interessante is dat ze ook kleding dragen van hennep textiel, er ligt papier op tafel dat toen ook gemaakt werd van hennepvodden. In het nisje op de achterwand staat een flesje hennepolie, waar toen lampjes van branden. Misschien heeft de kunstenaar wel hennepolie als bindmiddel gebruikt voor de verf. En bovendien zijn veel schilderijen uit die tijd geschilderd op hennepdoek: canvas, een woord dat is afgeleid van cannefas (cannabis). Kortom, dit ene schilderij laat de vele toepassingen van de plant zien. En daarnaast is het ook een prachtig schilderij.”
Wat zou je aan de bezoeker willen meegeven?
“Een bezoek aan Amsterdam of Barcelona is niet compleet zonder een bezoek aan onze musea. Laat je verassen door de veelzijdigheid van cannabis, een plant die de geschiedenis van de mensheid als geen ander weerspiegelt en die enorme potentie heeft voor de toekomst.”