De geschiedenis van medicinale cannabis

De geschiedenis van medicinale marijuana gaat eeuwen terug. Alle grote beschavingen waren bekend met de medicinale eigenschappen van cannabis, dat het een pijnstillend, kalmerend of stimulerend effect kan hebben op het menselijk lichaam.

Die eigenschappen worden voor het eerst geprezen in de oudst bekende kruidenencyclopedie (2637 v.Chr.), die is toegeschreven aan Shennong, een mythologische Chinese heerser en grondlegger van de traditionele Chinese geneeskunst. Cannabis wordt sinds die tijd in de meeste medische verhandelingen en handboeken genoemd.

Medicinale marijuana in het Westen

In 1839 introduceerde de geniale Ierse wetenschapper Dr. William Brooke O’Shaughnessy (1809-1889) het eeuwenoude medicinale gebruik van marijuana en hasj in India in de westerse wereld. Geïnspireerd door zijn publicaties begon men cannabisextract toe te voegen aan tincturen (op alcohol gebaseerde vloeistoffen). Het werd gecombineerd met opiaten en andere kruidenextracten – soms zelfs met cocaïne.

Artsen schreven de recepten voor aan jong en oud voor de meest uiteenlopende aandoeningen: een paar druppels vermengd met warm water was een goede remedie tegen kraampijn, hysterie of menstruatieklachten.

In het midden van de negentiende eeuw had vrijwel elke lokale apotheek zijn eigen tinctuur, maar tegen het einde van de eeuw werd deze rol overgenomen door farmaceutische bedrijven die tot op de dag van vandaag bekend zijn. Denk aan multinationals als Parke-Davis & Co. en Eli Lilly. Deze bedrijven adverteerden in belangrijke tijdschriften en publiceerden catalogi met medicijnen.

Na opiaten was cannabis het meest gebruikte ingrediënt in de medicijnen die verkrijgbaar waren in Europese en Amerikaanse apotheken.

Medische cannabisflessen

Het Hash Marihuana & Hemp museum bezit en toont een van ‘s werelds grootste verzamelingen medische cannabisflessen uit de negentiende en vroege twintigste eeuw.