West-Afrikaanse pijp
Deze eenvoudige maar elegante pijp is afkomstig uit West-Afrika en te dateren tussen 1900 en 1950. De houten steel is zorgvuldig gladgeschuurd. De kelkvormige kom heeft een vrij lange ‘hiel’, zoals de bodem van de binnenkamer wordt genoemd. Die aardewerken kom is voor het bakken door de maker versierd met ingesneden arceerwerk. Twee koperen ringen bevestigen de kom aan de steel.
In Afrika is het roken van cannabis, vooral in pijpen, minstens 700 jaar geleden begonnen. Waterpijpen voor cannabis, ook wel bongs genoemd, zijn een Afrikaanse uitvinding. ‘Droge’ pijpen, zoals deze, werden gebruikt voor marijuana of hash en tabak. Cannabis werd in ieder geval sinds de 17e eeuw op het Afrikaanse continent verhandeld en was een winstgevend handelsgewas onder de koloniale regimes, totdat het in 1920 op bijna het hele continent werd verboden.
Door de veranderende houding ten aanzien van cannabis hebben diverse Afrikaanse landen het in meer of mindere mate gelegaliseerd. Lesotho was het eerste land, in 2008. Sindsdien hebben Zuid-Afrika, Marokko, Rwanda, Oeganda, eSwatini, Ghana, Zimbabwe en Zambia dit voorbeeld gevolgd.