Anti-cannabis lobby
Hysterische anti-marijuana propaganda
In 1937 werd in Amerika de Marijuana Tax Act aangenomen waarbij cannabis feitelijk werd verboden. Om de publieke opinie voor zich te winnen initieerde de Amerikaanse overheid een intensief media-offensief dat in de geschiedenis van het verbod op marihuana legendarisch is geworden.
Harry Anslinger, hoofd van het Federal Bureau of Narcotics, gaf een aanzet met het tendentieuze artikel Assassin of Youth in The American Magazine (1937). Hij schreef: “Marihuana is de onbekende factor onder de narcotica. Niemand weet, wanneer hij het rookt, of hij een filosoof, een vrolijke Frans, een gevoelloze gek of een moordenaar wordt.” Het doel van de anti-cannabis campagne was duidelijk: angst zaaien onder de Amerikaanse bevolking en daarmee draagvlak creëren voor het verbod op marihuana.
In de jaren dertig werden verschillende films gemaakt met hysterische anti-marihuana propaganda. Marijuana (1936), Assassin of Youth (1937, vernoemd naar Anslingers artikel) en Reefer Madness (1936) zijn de bekendste. De boodschap van de nogal eendimensionale en melodramatische plots was eenvoudig: het “kruid van de duivel” verandert mensen in gewelddadige en seksueel ongeremde monsters: “Marihuana is de kortste weg naar het gekkenhuis.” Harry Anslinger deed er nog een schepje bovenop: “Marihuana is een verslavende drug die bij de gebruikers krankzinnigheid, criminaliteit en dood veroorzaakt.”
Te zien in onze musea
In onze musea in Amsterdam en Barcelona zijn advertenties, artikelen, romans en filmposters te zien die getuigen van deze madness, met bijvoorbeeld een serie schreeuwerige filmposters (in overigens prachtig design!) en allerlei zeldzame pulpromans met titels als Marijuana Girl, Musk Hashish and Blood en Reefer Boy.
Met deze vroege prohibitie begon de War on drugs, alhoewel die term pas in 1971 voor het eerst werd gebruikt door de Amerikaanse president Richard Nixon.