Vanaf 1606 werden hennepvezels in Noord-Amerika gebruikt voor de vervaardiging van alledaagse producten, van touw tot papier en zelfs voor tafelkleden (wat nog eens aantoont hoe veelzijdig hennep was als grondstof). Het land had een ideaal klimaat voor de hennepteelt en er was dan ook voortdurend vraag naar het gewas. Het telen van de plant was echter niet winstgevend, omdat het oogsten en voorbereiden van de vezels voor verdere verwerking erg arbeidsintensief was.

Dit was niet het geval in het Kentucky van voor de Burgeroorlog (1861-1865), waar tot slaaf gemaakte mensen gedwongen werden te werken in de hennepteelt. Toen Amerika onder Brits bestuur stond was hennep zelfs zo’n belangrijk gewas dat het werd beschouwd als wettig betaalmiddel voor belastingen die de Amerikanen moesten voldoen aan de Britten.

De barbaarse praktijk om inheemse Afrikanen op Europese schepen te vervoeren naar degenen die nu beweerden hen te ‘bezitten’, gaat minstens terug tot de jaren 1400. Niet alle Zwarte mensen kwamen op deze manier naar de koloniën, maar na de goedkeuring van de Virginia Slave Codes in 1705 werden de wettelijke grondrechten van iedereen opgeheven, of ze nu vrij waren, tot slaaf gemaakt of in dienst genomen. De gruwelijke praktijken van de slavernij waren nu legaal.

In 1775 vond de eerste hennepteelt in Kentucky plaats bij Clarks Run Creek. Aan het eind van de achttiende eeuw, toen er een constante aanvoer van hennepzaad was, ontwikkelde zich een lokale hennepindustrie. Tot slaaf gemaakte mensen waren verantwoordelijk voor het oogsten, spinnen en weven. Ook vervoerden ze hennep van de velden naar de markt.

Plantage-eigenaren waren afhankelijk van de gedwongen arbeid van mensen die zij tot slaaf hadden gemaakt om winst te genereren met de hennepteelt. En die was er: veel boeren uit de periode voor de Amerikaanse Burgeroorlog beschreven hennep als het meest winstgevende gewas. De hennepproductie in Kentucky bereikte een piek in 1850, maar daalde daarna gestaag tot het einde van de Burgeroorlog in 1865, waarna de slavernij werd afgeschaft.

De hennepteelt werd uiteindelijk onrendabel voor landeigenaren, omdat zij nu gedwongen waren de arbeiders te betalen, zij het een ongelooflijk laag loon. Deze afbeelding uit de collectie van het museum was in 1910 afgedrukt op een ansichtkaart. Het is dus waarschijnlijk dat de vastgelegde arbeiders afstammelingen waren van tot slaaf gemaakte families en dus zeer weinig betaald kregen voor de slopende arbeid die ze verrichtten. Tegenwoordig is Kentucky opnieuw een centrum van hennepproductie na het aannemen van de Farm Bill in 2018, waarna de productie van hennep weer werd toegestaan en hennep en hennepzaad niet meer als illegale substanties werden gezien door de Drug Enforcement Administration (DEA).